Twee keer zag ik een lezing van een Nederlandse uitgever uit New York. Zijn gloedvol betoog bracht hij uit het blote hoofd. Om het te bekrachtigen gebruikte hij een schoolbord en een krijtje.
Ik had volledige aandacht voor wat de man zei, wat vooral kwam door zijn pure vertelkunst. Maar ook omdat een laptop in geen velden of wegen was te bekennen.
Beroepshalve ben ik als ‘emotionele steun’ (en voor het regelen van de uitrijkaart) vaker aanwezig bij lezingen.
In de voorbereiding is er technisch altijd wel wat mis. U kent dat wel; terwijl de zaal langzaam volloopt staat er een langharige techneut in AC/DC-shirt koortsachtig te pielen met kabels. ‘Keynote? Wij gebruiken PowerPoint …’
Wat er ook mis is, de reactie van de sprekers is steeds verschillend. Grofweg kun je die in vier categorieën opdelen:
- de spreker doet alsof er niets aan de hand is en maakt een amicaal praatje met de dichtstbijzijnde toeschouwer
- de spreker probeert mee te helpen (wat meestal niet helpt) en kijkt daarbij hoopvol naar het grote, zwarte scherm
- de spreker wordt geheel aan zijn lot overgelaten en begint dan maar zonder slides – of met een uitgerekte versie van zijn zorgvuldig samengestelde presentatie
- de spreker verliest zijn decorum, verkettert de techneut (inclusief zijn uiterlijke verschijning) en zweert daarbij nooit meer op een uitnodiging van het instituut in te gaan
Als hij echt voor het blok staat, zal een goede spreker ook zonder slides boeien.
In New York weten ze hoe dat werkt. ‘Don’t give a speech, put on a show’, zei reclamegoeroe Paul Arden al. In zo’n optreden neemt de spreker de toehoorder mee op een reis waardoor die zwetende techneut al snel is vergeten. Hooguit breekt het krijtje …
(Afbeelding: Ian Linkletter – flickr.com)
Als aanvullende reactie ken ik nog: ‘net deed hij het nog’ of ‘het is altijd wat hier met de techniek’