Tag: north sea jazz

North Sea Jazz en Paul Simon (resp. + en +++++)

Een bijdrage van gastauteur Harm!

Eigenlijk hou ik helemaal niet van jazz. Vroeger, toen ik nog een druk leven als muzikant leidde naast het weinig inspannende bestaan als middelbare scholier, heb ik nog wel eens een tijdje in een jazz combo gespeeld. Best geinig om te spelen, maar het luisteren naar jazz heeft me nooit kunnen bekoren. Te onrustig naar mijn smaak, aangezien de noemer jazz een vrijbrief lijkt te zijn om met z’n allen door elkaar heen te gaan improviseren. De eerste (mij volkomen onbekende) artiest die we aantreffen op het North Sea Jazz festival, stelt me dan ook niet teleur. De gitaar van de zanger vecht om solo’s met de piano, die bespeeld wordt door een wat oude baardige man met witte hoed. Nu weet ik niet hoe muzikaal de gemiddelde Nut! Blog lezer onderlegd is, maar je kunt van zo’n piano verschillende toetsen tegelijk aanslaan. Dat hoeft geen probleem te zijn, als je maar die toetsen weet te raken die samen een prettig geluid opleveren. Nu wist de baardige-man-met-witte-hoed ook aardig wat toetsen tegelijk aan te slaan die volgens de theorie van de akkoordenleer niet zo goed samengaan. Gelukkig heeft men hier in de muziek ook een oplossing voor je bedacht: je noemt het opgewekte geluid gewoon “dissonant” en het is een volkomen legitieme actie. Zo kennen we in de muziek ook de term “rubato”, wat dan weer een excuus is voor uit de maat spelen. Tot zoverre de termen die de Beschermheer in het vervolg kan gebruiken om zijn muzikale uitspattingen te benoemen. Maar goed, een overmaat aan “dissonant” wordt in mijn oren al vrij snel irritant en dat kan toch onmogelijk de bedoeling zijn van al die inspanningen op het podium.

Ik kom dan ook niet voor de jazz naar North Sea Jazz. Aan de eerdergenoemde middelbare school periode heb ik een grote liefde voor de muziek van Paul Simon overgehouden, als ik het me goed herinner aangestoken door de Beschermheer zelve. De audio verzameling van de, buiten hem, zeer muzikale familie van de Beschermheer , telde een flink aantal platen, CD’s en cassettebandjes van Paul Simon en zijn kompaan Art Garfunkel. Een 10-pack TDK-SA 90 bandjes en uren kopieerwerk maakten ook mij de trotse bezitter van vele uren luisterplezier. Grijs gedraaid. Donkergrijs…

Paul Simon speelt op North Sea Jazz, reden genoeg om me een avondje onder te dompelen in het jazz-wereldje. Nu blijkt het dat een wereldje van wat oudere grijze mannen te zijn, waartussen Paul Simon prima past gezien zijn leeftijd van 69. Een broekie overigens vergeleken met de 85 jarige BB King die later die avond het podium nog bestijgt.

Paul Simon blijkt, net als mijn cassettebandjes, grijs geworden te zijn. Een kleine oude man met gitaar, maar zijn stem en muziek blijken nog net zo te sprankelen en overtuigen als de eerste keer dan het Concert in the Central Park uit de speakers van mijn radio knalde. Bij de eerste tonen van de accordeon (openingsnummer “The Boy in the Bubble”) ontploft de zaal bijna. De laatste tonen zijn nog niet weggestorven of de karakteristieke roffel van “50 ways to leave your lover” rollen door de zaal. Een fenomenaal begin van wat anderhalf uur muzikaal genot zullen worden. Simon put vooral uit zijn top-periode, dus komen er een flink aantal nummers van Graceland en Rhythm of the Saints voorbij, maar ook zijn nieuwere CD’s krijgen de aandacht. Wat maakt het optreden van Paul Simon dan zo speciaal? Het zijn de details… Elk riedeltje, tokkeltje of percussiegeluidje wat je op de CD’s hoort komt ook in het concert terug. Wat dat betreft doet hij absoluut geen concessies. De negen-koppige band die hij heeft meegenomen blijken dan ook allemaal multi-instrumentalisten te zijn, die makkelijk vier of vijf verschillende instrumenten per nummer hanteren. Bij de meeste bands wordt het een bende als er drie mannen met een gitaar staan, want gitaristen zijn ego-trippers. Dat krijg je er gratis bij als je zo’n ding omhangt. Niet hier, elke noot die gespeeld wordt staat in dienst van de muziek, subtiel, beheerst. Ook het hoogtepunt van het optreden blinkt hier in uit, een geweldige vertolking van ”Hearts and Bones”, sowieso één van zijn mooiste nummers.

Laten we eerlijk zijn, ik ben natuurlijk een liefhebber en dus alles behalve onbevooroordeeld, maar het applaus, gefluit en gejuich wordt bij geen enkele andere artiest deze avond zo uitbundig en intens. Wat brengt de rest van de avond? Meer jazz… zoals jazz bedoelt schijnt te zijn. Het resultaat zijn een aantal zéér korte bezoekjes aan artiesten die we na één nummer alweer beu zijn, een nummertje of vier van BB King, die je toch eigenlijk ook één keer in je leven gezien moet hebben (behoorlijk te pruimen jazzzz overigens), wat magere covers en hitjes van Alain Clark en een aantal aangename verrassingen in de positieve zin. Ruben Hein weet ons op een klein buitenpodium gedurende zijn hele optreden te boeien, waarvoor hulde. Een zanger met bigband uit puerto rico (meen ik) weet de hele zaal te laten swingen, maar zijn muziek schurkt toch meer tegen de salsa aan. Niks mis mee, wat mij betreft.

Kortom, op North Sea Jazz zullen ze mij niet zo snel meer zien. Maar mochten ze besluiten om in het vervolg elk jaar Paul Simon uit te nodigen, dan ben ik erbij. Want voor die anderhalve uur topmuziek wil ik me best door wat taaie jazz heen worstelen…

North Sea Jazz 2011: 1 ster, maar het optreden van die ene ster krijgt van mij 5 sterren.